Lancaster DV 300

Het jaar 2020….   75 jaar vrij Nederland…  tijd om te gedenken hoe deze vrijheid tot stand kwam en stilstaan bij de gesneuvelden…. en dit nooit gaan vergeten…..

Een verhaal over de crash van een bommenwerper, die op 16 dec 1943 ’s avonds om 18.15 uur boven Tacozijl en de Brekkenpolder door de Duitse Luftwaffe werd neergeschoten; in de Luchtoorlog boven Friesland WO 2 ’40 – ‘45.

Het is 76 jaar geleden dat vanuit Engeland vluchten bommenwerpers naar Duitsland gingen om aan   Hitler Duitsland een einde te maken. De Royal Air Force, de RAF en de Royal Canadian Air Force, de RCAF hadden bases in het zuiden van Engeland, hier vandaan stegen ze op. De bemanningen waren vrijwilligers, ze kwamen uit heel veel  verschillende landen. Het waren allemaal specialistisch opgeleide jonge mannen. Ze stegen op in Engeland staken de Noordzee over en kwamen daarna boven vijandelijk gebied, de bezette kustlanden van Nederland,  België en Noord Frankrijk. Veel routes gingen over de Zuid- Westhoek van Friesland; op kamp Sondel en op Terschelling stonden Radar posten die de bommenwerpers peilden. Om de luftwaffe te misleiden, werd aluminium en zilverpapier uitgestrooid door de bommenwerpers

 De vliegtuig industrie verliep heel snel en in sneltreinvaart werden Bommenwerpers ontwikkeld en uit de ervaring van de vliegers werden ze steeds verbeterd. Zo ontstonden de zware viermotorige bommenwerpers, de Wellingtons, de Halifax, de Stringly’s, de B17 Flying Fortress de B 24 Liberator en de AVRO Lancaster, deze laatste wil ik beschrijven. De reden hiervan is de crash, die bij ons in de Brekkenpolder op 16 december 1943 heeft plaatsgevonden. Deze dag zijn er boven Friesland 10 vliegtuigen uit de lucht geschoten, negen Engelse  en één Duitse drie door één en dezelfde Duitse jachtvlieger Oberleutnant Heinz Wolfgang Schnaufer. Bij deze crashes zijn twee Lancasters in de omgeving van Lemmer verongelukt, één in Follega en één bij Tacozijl in de Brekkenpolder. 

De AVRO Lancaster DV 300                                                                                                                                                     

Dit vliegtuig was 21,5 meter lang had een spanwijdte van 31,5 meter en een hoogte van 6,25 meter
en vloog met een max. snelheid van 500 km/uur op een max. hoogte van 5000 meter. Het ledig gewicht was 16.738 kg, geladen gewicht was 24.948 en het maximale gewicht was 30.844 kg.

De Lancaster is in lucht op grote hoogte geëxplodeerd, het was kwart over zes ’s avonds. Het was een enorme ramp, en een gigantisch lawaai, het regende vuur en metaalstukken, alles vloog door de lucht, maar ook brandbommen; het ging gepaard met een enorme luchtdruk het en was net of er langs de horizon overal zonnen ondergingen van hel wit licht. Het bleek later dat dit allemaal fosfor-brandbommen waren die boven Berlijn afgeworpen moesten worden.

De wachtmeester Lodewijk Eskens van de Marechaussee maakte een proces verbaal op van wat er dit uur in deze avond gebeurde. Bekijk het Procesverbaal inzake het neerstorten van twee vliegtuigen.

De morgen van de 17de december toen het licht was zagen wij Duitse officieren rond de boerderij lopen, ze zochten de wrakstukken van de Lancaster. Net achter ons huis de boerderij waar nu de fam. G van der Meer woont, lag een zitting van een stoel, het leer, mooi lichtgroen, als nieuw, het was nog heel, de rugleuning was afgescheurd.

Door de grote luchtdruk was ons huis wel beschadigd maar niet in brand geraakt, de dakpannen waren bijna allemaal van hun plaats ze lagen opgeschoven  op bulten  op het dak, veel lagen op de grond en waren allemaal kapot. Alle   ramen waren uit de sponningen geslagen, wij moesten in die tijd alle ramen verduisteren, we hadden hiervoor jutezakken aan elkaar genaaid en deze aan spijkers voor de ramen gehangen. Deze zakken hadden alle glassplinters opgevangen. Mijn vader ging de 17de gelijk opzoek naar de glaszetter om nieuwe ramen want het was winter en bar koud. Het viel hem echter zwaar tegen er was maar weinig goed glas te krijgen, veel glas was van mindere kwaliteit, eenmaal geplaatst zag je overal golven en ringen in het glas.

Overal lagen wrakstukken van  de Lancaster over een oppervlakte van ongeveer 1000 ha, zowel ten noorden als ten zuiden van de Langesloot. Ik was erg nieuwsgierig en zocht in de wrakstukken naar bijzondere dingen en ik vond er verschillende, die  ik verzamelde. Toen ik bij enkele grote wrakstukken stond, dacht ik het moeten er wel meer dan één vliegtuig zijn geweest, omdat ik verschillende materialen vond zoals stukken aluminium maar ook met geverfd linnen beklede stukken. Het bleek dat delen van de vleugels met linnen waren bekleed. De benzinetanks van de Lancaster waren bekleed met canvas platen 4 mm dik, ze waren met blauwe lijm op elkaar geplakt. Wij sloopten deze canvas platen uit elkaar en gebruikten ze voor zooltjes in de schoenen en laarzen ook naaiden we ze onder de sokken   Nog lange tijd na de crash sloopte ik wrakstukken uit elkaar. Het viel mij op dat de platen aluminium niet waren geklonken, maar met boutjes aan het frame waren vastgezet. De moertjes waren aan de bovenkant iets toegeknepen en gevuld met een rubber ringetje, ik begreep dat dit was om de boutjes te borgen zodat ze niet los konden trillen. Wij vonden ook twee laarzen een linker en een rechter van verschillende maat, deze hebben we thuis veel gebruikt als één van ons koude voeten had. Het waren grote leren laarzen met lamswollen voering, ze waren dan ook heerlijk warm.

Wij kregen een Duitse soldaat bij ons ingekwartierd, Kurt Wipich,  het was een man van goed 50 jaar, hij moest op de wrakstukken letten en zorgen dat er geen mensen bij kwamen. Ik moest aan hem alles wat ik gevonden had laten zien, ‘k was bang dat ik het in moest leveren, maar ik mocht het houden. Wipich kon het goed vinden met mijn vader; hij was dienstplichtig en deed zijn plicht, maar moest eigenlijk niets van de Fúhrer hebben. Wipich vertelde mij dat hij in Dresden woonde en al geruime tijd geen berichten uit Dresden had gekregen; hij maakte zich zorgen over zijn vrouw met al die bombardementen van de laatste tijd.

Als hij controle kreeg van zijn meerdere dan waarschuwde hij mijn vader, hij had wel door dat al die jonge mensen die bij ons in huis waren niet tot ons gezin behoorden, deze jongens moesten wat uit zicht zijn aldus Wipich, ik moest de spullen die ik had verzameld wegstoppen.  Hij vond het wel plezierig bij ons, hij logeerde echt bij ons en at met ons aan tafel. Wanneer hij het veld inging mocht ik wel eens met hem mee, zo kwamen we bij een wrakstuk waar mensen in de buurt waren, hij loste een paar waarschuwing schoten en toen waren ze snel weg. We vonden een band lichte mitrailleurkogels die moest ik meenemen naar huis, ik dacht, ‘k weet niet wat ik hiermee moet, ik droeg ze om mijn hals, maar toen we weer thuis waren moest ik ze voor huis op de steiger in het water van de Langesloot laten zakken.

Het liep tegen kerst en Wipich vertelde dat we dan een feest moesten maken, hij zorgde wel voor snaps. De onderduikers hebben zich goed vermaakt, wij kinderen hoorden wel vrolijke geluiden maar wij lagen in bed en sliepen.

De Lancaster bommenwerper is ontstaan uit de twee motorige Manchester, deze machine was veel te licht en had een niet gelukkige motor de Vulture. Deze motor was een fiasco. Het vliegtuig had echter geweldige vlieg-capaciteiten en hierom ging de Engelse vliegtuig architect Roy Chadwick aan de slag om deze machine uit te bouwen tot een zware vier motorige bommenwerper, hij bouwde er vier voortreffelijke Rolls Royce Merlin vloeistof gekoelde motoren van 1130 pk in. Het werd de nieuwe Lancaster, één van de beste machines waarmee Bomber Command ooit heeft gevlogen. Later kreeg de Lancaster R.R.Merlin XX motoren van 1480 pk en nog later kwam de R.R.Merlin 24 met 1640 pk. De uitvoerige ontwikkeling van de Lancaster vind je onder deze link
De Lancaster begon zijn carrière met een bommenlast van 6350 kg. Na verloop van tijd kon hij zelfs 10 ton aan explosieven van de grond lichten.

Op 17 april 1942 maakte de BBC deze nieuwe viermotorige Engelse bommenwerper de ‘’Lancaster” bekend. Het was de enigste bommenwerper die een actieradius had om naar Zuid Duitsland te vliegen. De bemanningen waren zeer tevreden met deze gemakkelijk te vliegen machine, die het ook lang vol kon houden en gemakkelijk met twee motoren kom vliegen als de bommenlast was afgeworpen, het is zelfs gebeurd dat een Lancaster op één motor de Noordzee overstak en op de Engelse basis terugkwam. Je kunt via deze link het vliegtuig horen en zien.

De Lancaster had een bemanning van zeven personen: de piloot, meestal een officier, dan de radiotelegrafist, de boordwerktuigkundige, de navigator, de bommenrichter en twee boordschutters.

De bemanning droeg heel goede warme kleding. In de cockpit was wel verwarming door de motoren maar in de geschutkoepels was geen verwarming en de mannen die hierin zaten droegen speciaal elektrisch verwarmde kleding

De Lancaster die op 16 dec. 1943 bij ons was gecrasht had acht bemanningsleden. Deze achtste man was een flying officer, hij was een Duits sprekende radiotelegrafist die drie extra radiozenders bediende op de frequentie van de Duitse luchtverdediging. Deze Lancaster was uitgerust met ABC radio zenders en met drie antennes, twee boven de romp van 2,1 meter en één aan de onderkant ook van 2,1 meter. Deze Lancasters met 8 bemanningsleden werden “AirBorne Cigar” genoemd. De ABC-Lancs vlogen normaal in de stroom van bommenwerpers en voerden een normale bomlading. De flying officer stoorde voortdurend de Duitse frequenties en gaf onjuiste orders aan Duitse jachtvliegers door. Deze Lancaster was de DV 300.

De complete bemanning moet wel in deze explosie zijn omgekomen, de slachtoffers zijn door de Duitsers geborgen, maar er waren ook Nederlandse politie mensen bij betrokken,  zo was de Lemster politieman, een fanatieke NSB-er, ook bij de berging betrokken. Er gingen vreselijk verhalen rond; zo heeft hij wanneer hij een voet vond deze samen met andere lichaamsdelen in één kist gegooid met de uitspraak: “wat zal die later hard kunnen lopen”. Van deze uitspraken heb ik geen bewijs gevonden. Wel kon ik opmaken uit rapportage van de Duitse bergers dat er niet erg zorgvuldig werd gewerkt. Voor deze praktijken moest  de politieman in Amerika voor een rechter verschijnen. hij werd met de bevrijding van huis gehaald door de NBS, de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, gevormd door de ondergrondse vrijheidsstrijders en op de Nieuwburen in Lemmer opgebracht en in het Nutsgebouw vastgezet. Onderweg werd hij bespot en beschimpt. Hij werd opgesloten in het voormalige Duitse kamp Sondel, in afwachting van zijn uitlevering naar Amerika. Zijn naam was Doede Kok en hij werd “Reade Doede”  genoemd omdat de man rood haar had. Hij heeft in zijn cel zelfmoord gepleegd. Van de slachtoffers heb ik slechts één gezien, hij is in januari 1944 in de Langesloot gevonden, hij had zwart haar en een grote schram op zijn voorhoofd. Wij weten niet wie hij was, maar het mag duidelijk zijn dat hij één van de acht is geweest Hij ligt op de begraafplaats in Lemmer  begraven in het graf nr.C.8. nr. 222.

Van de anderen heb ik niemand gezien; wel lag er iets verward in een parachute in het ijs van de Langesloot, iedereen zei dat het één van de slachtoffers was, maar ik kon dat niet duidelijk zien wel vond ik op verschillende plaatsen stukken vlees en bloed en ook een laars waar nog een been in zat. Het was vreselijk en ik denk dat ik dit alles heb verdrongen in ieder heb ik dit stu, ik kon hier niet aan denken, in ieder geval heb ik. Ik denk ook dat niemand bij ons aan de mensen uit het vliegtuig dacht want er werd niet veel over gepraat, maar er was ook zoveel anders wat ons bezig hield.

De crew van een AVRO Lancaster, niet van de Lancaster DV 300

De bemanning van de Lancaster DV 300 bestond uit:

Ronald Ernest Macfarlane, de piloot van de Lancaster Deze 21 jarige Canadees was luitenant vlieger DFM J/16696 RCAF; Hij was ook al gedecoreerd voor zijn Vliegkwaliteit. In de Lancaster was hij  de Flying officer. Hij voerde het commando in het vliegtuig.  Hij was ongehuwd en zoon van John en Phoebe MacFarlane. Hij woonde in Chilliwack Brits Columbia Canada

  • De boordwerktuigkundige Sergeant RAF John Edward Clarke 1803722 RAF, deze Britse jongen was 21 jaar hij was niet gehuwd en zoon van Henry Edward en Grace Alice Clarke, zij woonden in Dageham, Essex GB Hij ligt begraven op de begraafplaats in Lemmer
  • De radiotelegrafist Sergeant RAF D.B.Harvey 1394496 RAF. Een Britse jongen van net 21 jaar hij is niet gevonden of kon niet worden geïdentificeerd en is als vermist opgegeven.
  • De navigator Sergeant RAF Leonard Dinsdale Wilson1621809 RAF. Een 20 jarige Britse jongen ongehuwd Zoon van George Dinsdale en Florence Marion Irene Wilson. Zij woonden in Hessle Yorkshire GB Hij ligt op het kerkhof in Lemmer begraven.    
  • De boordschutter Sergeant RAF Eric Ronald Edward Jordan 1275767 RAF. De 21 jarige Britse jongen, En zoon van Rodney Charles en Caroline Anne Jordan zij woonden in Reading Berkshire GB. Hij ligt begraven op de begraafplaats in Lemmer.
  • De boordschutter Sergeant J.Ireland 435308 RAF. Een 22 jarige Britse jongen, hij is niet gevonden of kon niet worden geïdentificeerd en is als vermist opgegeven.
  • De bommenrichter Sergeant Frederick Ronald Westall 1394339 RAF deze 21 jarige Britse jongen hij was ongehuwd en zoon van Fred G. en B. M. Westall. Hij ligt begraven op de begraafplaats in Lemmer.    
  • De Flying Officer L.E.Thompson J/17581 RCAF de 27 jarige Canadees; hij is niet gevonden of niet geïdentificeerd. Hij is zeer waarschijnlijk de radiotelegrafist die de ABC radio bediende. Hij is niet gevonden of niet geïdentificeerd en is als vermist opgegeven.

Bekijk het Procesverbaal inzake het neerstorten van twee vliegtuigen.

Waarom ik dit verhaal heb gemaakt. Het is de angst, die bij mij weer terugkomt wanneer ik de ontwikkeling volg van de neo-nazies, met name de ontwikkeling van AFD de Alternatieve Fúr Deutsland en de Nationale Partij Deutschland, de NPD. Mijn lagere school periode viel samen met de oorlog. Gedurende deze tijd ben ik heel vaak bang geweest en ik herinner me dat toen ik acht jaar was, ik bij mij zelf dacht: hoe zal het zijn als het weer vrede is en de oorlog voorbij is; zal het ooit weer zo worden?

Ik maak een grote eerbiedige buiging en heb diep ontzag voor deze jongens en voor al die anderen die hun leven hebben gegeven; en voor onze buurjongen Luitjen Mulder die op een andere boerderij in de Brekkenpolder woonde en in Heerenveen door de SD is doodgemarteld. Luut had een eigen roeiboot bij ons in de Langesloot aan een gesloten ketting, dicht bij de plek waar de vlieger gevonden werd. De brug was er toen nog niet, die kwam in 1965.
Zonder hun inspanningen, moed en courage waren wij niet bevrijd!! Hoe mooi zou het zijn wanneer bij het kleine museum een prachtig gedenkmonument zou komen te staan; op de plek waar toen het elektrische gemaaltje was en voorheen, voor de inpoldering van de Brekkenpolder, zo rond 1900 stond hier de grote molen. De Stichting Missing  Airmen Memorial Foundation kan er één plaatsen.

Stiens dec 2019

Lammert Bakker

 ( plbakkerloen@hotmail.com )

Herdenken

Herdenking op de vierde mei.

Kom vanavond met verhalen,

Hoe de oorlog is verdwenen.

En herhaal ze; honderd malen,

Alle malen zal ik wenen.            

– Leo Vroman  “Vrede”

Ik vertel je een verhaal en neem je mee terug in de tijd. Het is 1943 ik ben tien jaar.

Het is donderdag 16 december. Gedurende de dag wordt het weer helder en het ziet er naar uit dat het de komende nacht kan gaan vriezen.

Amerikaanse bommenwerpers die in Engeland zijn opgestegen om in Duitsland hun bommen te werpen, komen over, ze vliegen in groepen van vijf tot elf vliegtuigen en worden beschermd door kleinere jachtvliegtuigen.

Het Duitse afweergeschut opgesteld langs de Zuiderzeekust beschiet de vliegtuigen, echter zonder resultaat. Anders wordt het wanneer Duitse jagers in de lucht komen, en dit is nu het geval, het is tegen zes uur en donker, er wordt heftig geschoten.

Een van ons heeft ontdekt dat er een vliegtuig moet zijn geraakt, het zou branden; dan explodeert het vliegtuig, het is of de hel losbreekt. Op dat moment ben ik in de stal, langs de ramen zie ik vuur regenen, alles is hel verlicht ik hoor een aaneenschakeling van harde donderslagen, ik word bang en kruip weg naar een muur. Ik zie koeien op stal omhoog springen en hoor ze schreeuwen van doodsangst, ik denk, nu is het gebeurd  dit overleef ik niet. Op school in mijn klas is al twee keer een vriendje van school weggebleven.

De meester zei, dat er een bom op het huis gekomen was en bij de andere, die in een schip woonde, was ook een bom op gekomen. Dus je weet het.

Thuis werd er wel over gepraat, hoe het gebeurd was en hoe erg het was.

Het ergste is over, maar overal is het hel verlicht, net of het constant onweert.

Ik kom tot de ontdekking dat ik nog leef, de adem stokt in mijn keel, ik tril over heel mijn lijf en ben nat van zweet, ik kan mijn benen heel moeilijk verzetten, mijn knieën doen het niet goed, ik kijk naar buiten en zie langs de horizon overal zonnen ondergaan.

Deze zonnen, blijken fosforbrandbommen te zijn, de lading van het vliegtuig.

Een huis ongeveer 500 meter verderop is getroffen door zo’n bom en staat in brand.

Ik ontdekte mijn vader die naging of iedereen er nog was; we gingen naar de woonkamer, er miste niemand. Mijn vader ging samen met iemand anders kijken of er bij ons ook brand was ontstaan, dit bleek niet zo te zijn.

Het luchtgevecht ging echter gewoon door, intussen bleek een tweede vliegtuig geraakt.

Dit loste zijn bommen, er ontstond een geluid dat klonk als gehuil en gefluit, hierop volgde een enorme dreun, -de ontploffing- dit herhaalde zich drie tot vier keer.

Opnieuw was ik in doodsangst en wist nu zeker dat er een bom op ons huis zou komen.

Ik dook diep weg op de grond de handen om mijn knieën geslagen en het hoofd voorover.

Ook nu weer ging het voorbij en ik en de anderen wij waren in leven.

De vliegtuigen waren nu over en het gevecht voorbij, we gaan nu naar buiten. Er hangt een vreemde brandgeur, die aan elektriciteit doet denken. Het huis dat geraakt is staat nu volledig in brand. ’t Is nu rustig,we horen iets kraken ’t heeft de klank van metaal, het hangt boven aan het dak, het laat los, komt naar beneden en boort zich met een scherpe punt recht in de grond.

Daar blijft het staan, op de plek waar net mijn zus vandaan sprong om weer snel naar binnen te gaan. Dit alles heeft zich voltrokken in de tijd van ongeveer een uur. Het werd tijd om te gaan eten. Mijn moeder had stamppot gekookt; er was echter niemand die kon eten.

Bij iedere boze stap,

voelde zij hoe haar spieren zich spanden,

haar borsten bewogen in haar hemd;

het viel niet te ontkennen, dat zij een overlevende was. 

Anna Enquist, “ De wijnprinses”

Lammert Bakker
Stiens